Gespannen wachten op een zuster
‘Zuster zoekt dokter’, luidde de eerste regel van een verder uitnodigende tekst van de contactadvertentie. Ik reageerde: ‘Dokter ben ik niet, daarvoor heb ik een s teveel, maar ik wil je wel leren kennen.’ En ik vertelde het een en ander over mijzelf. Een nette handgeschreven brief, waar ik twee weken later (en dat was best snel), een reactie op kreeg.
‘Dag Marcel. Wat leuk dat je reageerde. Ik woon vlak bij je in de buurt, toevallig hè?’ Een normaal begin, maar meteen daarna begon haar tekst vreemder te worden. Ze schreef allemaal dingen over mij, die ze helemaal niet kon weten. Ik had daarover niets geschreven en Google bestond nog niet. Ik begon meteen te piekeren welke single vrouw in mijn omgeving mogelijkerwijs een contactadvertentie had geschreven.
Ik kwam er niet uit. De naam waarmee ze ondertekende, Jose, zei me helemaal niets. Net zo weinig als de foto die ze had meegestuurd. Ze had geen telefoonnummer vermeld, dus ik klom weer in de pen.
Een paar dagen later ging de telefoon.
‘Weet je al wie ik ben?’
‘Ik heb geen idee. Pieker me suf.’
‘Er is niets mis met je geheugen. We kennen elkaar inderdaad niet. Maar jij kent wel Hans en Marjan. En die ken ik ook. En zij hebben wel eens over je verteld. Toen ik je brief kreeg, wist ik direct dat jij het moest zijn.’
‘Dat verklaart een heleboel’, reageerde ik opgelucht. ‘Maar als jij Hans en Marjan kent, dan ben je morgenmiddag zeker ook op hun tuinfeestje? Misschien een leuke eerste ontmoeting?’
‘Wat een goed idee. Ik ben wel laat, want moet nog werken.’
Die middag in de tuin was ik toch wat gespannen. Elke nieuwe bezoeker bekeek ik met verwachtingsvolle blik. Toen de meeste gasten al weg waren, kwam ze toch nog binnen. Ze zag mij staan, en liep gelijk naar de jarige. Even later probeerde ik in haar buurt te komen, maar ze liep net naar andere mensen en raakte hevig in gesprek.
Dat patroon herhaalde zich een paar keer. Het leek erop dat Jose moeite deed mij te ontwijken. Telkens als ik haar dichter dan drie meter naderde, liep ze een andere kant op. En toen iemand afscheid nam van de groep, vroeg ze of ze mee mocht rijden. Voordat ik een woord met haar had gewisseld, was ze verdwenen. Even begon ik aan mezelf te twijfelen. Verkeerde kleren aangetrokken? Niet geschoren? Deodorant vergeten?
Die avond en de volgende kreeg ik geen gehoor toen ik haar belde. Pas vijf dagen later belde Jose zelf. ‘Ik was totaal mezelf niet. Ik verwachtte een groot feest waar wij elkaar onopvallend zouden kunnen spreken. Nu er nog maar zo weinig mensen waren, had ik het gevoel dat iedereen naar ons keek en precies wist dat we elkaar via de krant kennen. Ik voelde me zo opgelaten, ik durfde je niet eens aan te kijken. Sorry.’
Een paar dagen later hebben we elkaar opnieuw ontmoet en uitgebreid gesproken. Bij mij thuis, waar verder niemand was. Dat was het begin van een jarenlange vriendschap.
En Hans en Marjan? Die zagen ons weer tijdens het oud & nieuw dat we daar allebei vierden. Wel kwamen we apart, met oliebollen die we ‘s middags samen gebakken hadden. Onze vrienden denken dat zij ons samen hebben gebracht, maar weten tot op de dag van vandaag niet hoe Jose en ik elkaar echt hebben leren kennen. Want een contactadvertentie plaatsen, dat doe je niet…
Geef een reactie