Ik, mezelf en mij

Mijn ervaring als single is tamelijk beperkt. Het grootste deel van mijn leven leefde ik met mensen onder één dak. Ik heb slechts drie jaar alleen gewoond, waarvan twee jaar zonder relatie. In die zin heb ik geen enkel probleem als er straks weer iemand mijn dak, bad en bed komt delen. Of ik de hare. Dat samen gaan wonen niet voor iedereen zo makkelijk is, hoor ik in de verhalen van mijn dates.

Neem Jacqueline. 38 jaar jong nog. Wil heel graag kinderen. Heeft veel relaties achter de rug, maar niets serieus. Heeft twee maanden samengewoond, maar toen kwamen er wat ‘onhebbelijkheden’ bij hem naar voren waardoor ze de voorkeur gaf aan alleen zijn. “Gelukkig had ze haar appartement nog niet opgezegd.” Over de onhebbelijkheden wil ze verder niet praten.

Jacqueline date met veel mannen. Vroeger via de krant, tegenwoordig via diverse datingsites. Ook gaat ze naar feesten voor singles, boekt ze vakanties voor alleengaanden, wandelt met ‘eenzamen’ (haar woorden, heeft ze dan ook maar één keer gedaan) en laat zich ‘koppelen’ door bekenden. Op die manier leerde ik haar kennen.

Wie met haar praat, vraagt zich af waarom ze nog steeds alleen is. Ze is mooi, intelligent, heeft een goede baan, hoogopgeleid, weet wat van de wereld, is niet op haar mondje gevallen, heeft een goede dosis humor, leest de goede boeken, houdt van theater en cultuur, houdt de kranten bij en is ook erg sensueel. “Iedereen vraagt zich af waarom ik nog steeds alleen ben,” zei ze dan ook bij de eerste ontmoeting. “Snap jij dat nou, Marcel? Jij bent een man, wat is er toch niet goed aan mij?”

Wie mij dat soort vragen stelt, krijgt vanzelf vragen terug. Ik stapte uit de rol van date, en werd relatiecoach. Ik vroeg naar haar wensen, verlangens, angsten & ervaringen. Jacqueline praatte veel en makkelijk over alles wat ze had meegemaakt, voelde en dacht. Ik kreeg een uitgebreid exposé over haar geschiedenis. Ik hoorde geduldig alles aan en zocht naar de rode draad van de afwijzing.

Op een gegeven moment werd me die duidelijk. Voorzichtig formulerend hield ik haar de spiegel voor: “Wat me opvalt in alles wat ik gehoord heb, is dat in jouw wereld eigenlijk maar één persoon bestaat: Jacqueline. Je bent een hele goede prater, zeker aangenaam gezelschap, maar wel vooral heel erg met jezelf bezig. Je komt, vergeef me het woord, tamelijk egocentrisch over. Herken je daar iets in?”

Ze keek me lang aan. Ik zag in haar ogen dat ze de woorden langzaam liet doordringen. Haar mondhoeken trilden en ze maakte aanstalten iets te gaan zeggen. “Ik…”, klonk er. Toen stond ze op en liep het restaurant uit.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *