Temperament in Gent
Gent is bijzonder, zo leerde Fiona mij in de zomer van 1987. Fiona, een penvriendin die ik sinds mijn twaalfde ken, maar pas op mijn twintigste ontmoette (zie het blog Liefde in Brussel). In de korte tijd die we samen hadden, liet ze me alle mooie plekken van haar geboortestad zien. Plaatsen en pleinen waarover ze de jaren daarvoor had geschreven. En portieken.
Ik leerde haar vrienden kennen die op ‘kot’ woonden, want daar sliep ik ook. Bij Fiona thuis was geen plaats. Ik maakte ook kennis met het speciale Kwak-glas, waarvoor ik in het café een schoen als borg moest inleveren. Terwijl mijn schoen aan het plafond werd vastgebonden, begreep ik al drinkende hoe het bier aan zijn specifieke naam was gekomen.
En ik leerde midden in de nacht het bankje bij de kerk kennen. Daar zoenden wij. Ik had haar alles over de reis van Parijs naar Brussel en mijn ontmoeting met Helga verteld, maar dat weerhield Fiona niet. Ze kroop op mijn schoot en kuste me in mijn nek. Even aarzelde ik nog hoe ik moest reageren. Maar vier weken vakantiestemming overheerste en ik volgde mijn gevoelens. Uren later leverde ze me af bij het kot, waar ze me een paar uur slapen later weer ophaalde.
Die tweede dag regende het. Met bakken stroomde het naar beneden. We schuilden in portieken waar we elkaar verder verkenden en vertelden over onze toekomstverwachtingen. Af en toe verlieten we onze schuilplaats en speelden we regenscènes uit Turks Fruit na. ’s Avonds bracht Fiona me naar het station. Ik kocht wat ansichtkaarten van de stad, we deelden laatste woorden en zoenen. Een paar weken later reed ik in mijn net aangeschafte 2CV naar Gent.
En Fiona kwam naar mij. Met de trein. Ook ik woonde nog niet alleen, maar gelukkig hoefde ik niet op zoek naar een kot voor Fiona om te slapen. “Ik wil alleen niets horen van haar aanwezigheid in huis,” waarschuwde mijn moeder die haar jongere kinderen wilde ‘beschermen’. Maar het Spaanse bloed in Fiona liet zich niet temperen. Ik had haar op het hart en lippen gedrukt zachtjes te zijn, en dat zei ze ook terwijl ze naast me in bed kroop. “Ik moet zachtjes zijn, ik zal zachtjes zijn.” En dat hield ze vol. Totdat het hele huis hoorde hoe Fiona uitriep: “Ik moet zachtjes zijn!”
Haar temperament uitte zich ook op andere gebieden. Zo moest ik het in haar aanwezigheid niet in mijn hoofd halen met een andere vrouw te praten. Ze zag groen van jaloezie en stond erop de kroeg of het feest waar we waren direct te verlaten. Om in de auto direct haar spijt te betuigen. En het met temperament goed te maken.
De relatie duurde ruim zeven maanden. En zoals dat vaak gaat, hebben we elkaar daarna niet meer gezien of geschreven. Tot bijna zes jaar geleden. In december 2004 googelde ik op haar naam en vond een tekst met haar foto. Ik las de pagina en wist meteen, dit is Fiona. Ik mailde en dezelfde dag nog mailde ze terug. Het was zo leuk om weer van haar te horen! In gedachten bedankte ik Google en mailde haar in een notendop mijn ‘levensverhaal’ sinds onze laatste ontmoeting.
Toen bleef het stil. Ik heb nooit meer iets van Fiona gehoord.
Geef een reactie