Uitstelgedrag is een symptoom van je goede intenties
Ik had dit weekend twee dansfeestjes. Maanden gebeurt er niets en nu had ik er twee achter elkaar. Gezellig. Vrijdagavond was de eerste. Om drie uur verliet ik de dansvloer, een paar forse blaren op mijn voeten rijker.
Zaterdagavond fietste ik met zwaar bepleisterde compeedvoeten naar het tweede feestje. Minstens zo gezellig, alleen het dansen voelde heel anders. De compeed leverde verlichting, maar haalt het niet bij de structurele remedie: meer dansen zodat ik nooit meer blaren krijg. Maar om nu op dansles te gaan…
Ook bij het afleren van uitstelgedrag geldt dat het structureel aanpakken van de bron beter is dan het bestrijden van de symptomen. Want dat is uitstelgedrag in de kern: een symptoom van onderliggende overtuigingen dat zich uit in gedrag.
Voor het radicaal afleren van uitstelgedrag is het belangrijk je te realiseren dat er een reden is voor jouw uitstel. En dat is niet dat je geen zin hebt. Of dat je lui bent. Nee, de basis van je uitstelgedrag heeft te maken met het feit dat het je op korte termijn iets positiefs oplevert.
En ook al lijkt dat tegenstrijdig, op korte termijn is het zeker waar. De schuld kun je geven aan de werking van ons brein. Dat kiest uit evolutionair oogpunt liever voor directe bevrediging dan langere termijn voordeel. Het was immers slimmer direct de bizon op de prairie te vangen dan te wachten tot er een volgende voorbij kwam.
Tegenwoordig hoeven we niet meer te kiezen voor de instant bevrediging door het navolgen van onze driften of impulsen. We kunnen bedenken dat het slimmer is om de belangrijke taken eerst te doen voordat we ons verliezen in facebook of twitter. Maar ja, iets bedenken levert niet altijd een oplossing op…
Geef een reactie