Beeldende kunst
Van de ontmoeting met Nancy had ik weinig beelden. In de week dat we elkaar ‘kenden’, hadden we korte e-mails uitgewisseld en één keer gebeld. Ik vond dat telefoongesprek moeizaam gaan. Er vielen ongemakkelijke stiltes, het was zoeken naar woorden, het voelde wat star.
We spraken af. Op 3 maart. In een beeldentuin.
Ze was op het eerste oog mooier en leuker dan de foto’s vertelden. We kochten entreekaartjes, ontdeden ons van jassen en tassen en liepen langzaam richting het eerste beeld. Spontaan begon ze te vertellen wat ze in het marmer zag, welk idee de kunstenaar erbij had gehad, van welk materiaal het was gemaakt. Haar passie voor beelden sprak uit elke woord dat haar lippen verliet en dat niet alleen, haar ogen straalden en fonkelden. ‘Wist je dat elk stuk marmer van binnen een kunstwerk bevat? Een goede kunstenaar weet dat eruit te halen.’
We liepen van beeld naar kunstwerk en overal wist ze met enthousiasme veel over te zeggen. Hier waren goede beeldhouwers aan het werk geweest, dat was duidelijk. De kennis die ik zelf heb over beeldende kunst kon ik makkelijk in mijn achterzak houden. Als ik het al zou willen, imponeren zou ik haar in geen geval. Omgekeerd slaagde zij daar heel goed in. Ik begon me steeds prettiger te voelen bij deze spraakwaterval van kunstkennis.
Na anderhalf uur beeldende uitleg was het tijd voor koffie. Met onze handen om de warme mok keken we elkaar aan. Haar steenblauwe ogen getuigden van een prettig samenzijn. Verwachtingsvol wachtte ik op wat komen zou. Misschien meer over beelden, kunst of haar passies?
Het bleef stil. En dat voelde een klein beetje ongemakkelijk.
Geen probleem, ik praat wel als de stilte dat vraagt. Dus ik begon over mijn stembusgang van die dag. Over beeldvorming in de politiek en hoe politici kunstenaars van het woord zijn. Ik vertelde over mijn eerste ervaringen in musea en het enthousiasme dat ik krijg van onverwachte beelden uit mijn camera.
Nancy luisterde. Was met volle aandacht bij me. Zat statig tegenover me, zei niets, stelde geen enkele vraag. Na mijn gloedvolle relaas, in bijna dezelfde flow als haar exposé over de beelden die we bewonderden, wachtte ik op haar reactie. Ze staarde me onbeweeglijk aan. Even werd ik bang van de keiharde stilte, totdat ze haar lippen een beetje opende en haar woorden als een splitstuk bij me binnendrongen: ‘Wil jij de kunstenaar van mijn marmer zijn?’
Geef een reactie